Situering van de buste: Op de vensterbank van
de voorgevel van het huis, Pieter Deswartelaan nr. 9, Café
"De sluiswachter" genaamd, ten Z van de sluizen van de
Ganzenpoot.
GPS-coördinaten: +51°07'57.98", +2°45'24.26".
Opschriften: Geen.
Geschiedenis
Hendrik GEERAERT (Nieuwpoort, 1863 - Brugge, 1925) was zijn
vader opgevolgd als binnenschipper. Sedert 21 oktober 1914
was hij als vrijwilliger bij de Genie van de 2de
Legerafdeling, die dienst zou doen bij de "Dienst voor de
Onderwaterzetting". Op die dag opende hij samen met enkele
militairen de sluizen van de Oude IJzer en overstroomde de
Kreek van Nieuwendamme van de IJzer tot St.-Joris. Van 26-28
oktober poogde Karel COGGE een bijkomende overstroming te
realiseren die echter niet afdoende was. In de nacht van 29
op 30 oktober stond GEERAERT dan weer de militairen bij voor
de geslaagde poging tot inundatie via het openzetten van de
afwateringssluis van de Noordvaart, op voorstel van COGGE.
In december 1914 kreeg GEERAERT hiervoor een Franse
onderscheiding. GEERAERT bleef de rest van de oorlog deel
uitmaken van de speciale geniecompagnie die de waterwerken
onderhield ("Sapeurs-Pontonniers"). In december 1918 werd
hij bedacht met de titel "eresluiswachter". Pas op zijn
sterfbed in het St. Julianusgesticht te Brugge werd hij
benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde en tot "Legendarisch
figuur van het Veldleger 1914-1918". Hij werd onder massale
belangstelling ten grave gedragen. 25 jaar na zijn dood werd
hij afgebeeld op een bankbiljet van 1000 BEF. Verder had hij
nog andere medailles en 7 frontstrepen. Er zijn in
Nieuwpoort verschillende herinneringen aan Geeraert. Er is
de straatnaam "Geeraertplein", een portretbuste boven café
"de sluiswachter", een gedenkplaat in de De Swartelaan en
een gedenkzuil op de stedelijke begraafplaats (Bron:
Inventaris onroerend erfgoed).
Bij het begin van de strijd om de IJzer, had commandant
Nuyten reeds een gesprek gevoerd met binnenschipper Hendrik
Geeraert, over de mogelijkheid om de IJzervlakte onder water
te zetten. Op 21 oktober 1914 werd de sluis voor het eerst
opengezet te Nieuwpoort door Geeraert. Vier dagen later werd
een Belgische commandant belast met de opdracht om de
haalbaarheid van het onder water zetten van het Belgische
front te bestuderen. Omwille van de afwezigheid van de
ingenieurs van Bruggen en Wegen, richtte hij zijn vraag aan
Karel Cogge, toezichter van de Wateringen. Tijdens de nacht
van 25 oktober werden voorbereidingen getroffen aan de
waterhuishouding. Bovendien werd er ook een dijk aangelegd
door het geniekorps. Deze liep tussen het kanaal in Veurne
en de spoorweg. Op 27 en 28 oktober werden de poorten van de
oude sluis van Veurne bij hoogtij geopend door Cogge, maar
zonder het gewenste resultaat. Op de avond van 28 oktober
stelt Geeraert voor om de sluisdeuren van het waterreservoir
van de Noordvaart te openen. Aan dit plan was een groot
risico verbonden, want het zou de aandacht van het Duitse
leger kunnen trekken. Op 29 oktober worden voor een derde
maal de sluisdeuren van de sluis te Veurne geopend, maar nog
steeds zonder enig resultaat. Uiteindelijk beslist men toch
om het plan van Geeraert een kans te geven. Geeraert
herhaalt dit manoeuvre op 30 en 31 oktober. Op 1 november
staat heel het gebied onder water waardoor de Duitsers zich
terugtrekken aan de andere kant van de IJzer. Cogge en
Geeraert ontvangen onder meer de Leopoldsorde en krijgen
later een eervolle begrafenis als nationale helden. In de
stad Veurne wordt een laan naar Cogge genoemd en zijn buste
is er te bekijken in de Noordstraat. Nieuwpoort brengt met
de buste van Hendrik Geeraert op het naar hem genoemde plein
achter het stadhuis hulde aan de binnenschipper-sluiswachter.
Ook het legermuseum eert de twee waaghalzen. Cogge krijgt
een gedenkplaat en Geeraert een buste. In 1938 wordt ter
herdenking van alle slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog,
het Koning Albert-monument ingehuldigd te Nieuwpoort. De
koninklijke ruiter bevindt er zich te midden van een
rotonde. Het IJzergedenkteken, opgetrokken nabij de
Nieuwpoortse sluizen, stelt een vrouw voor die de Belgische
kroon verdedigt. Ten slotte is er ook het biljet van 1000
frank dat in 1950 in omloop komt met op de voorzijde Koning
Albert I en op de keerzijde Hendrik Geeraert (Bron:
Nationale Bank van België).
Meer info over deze persoon
|