WEST-VLAANDEREN

BOEZINGE

WO I-Gedenkplaten in de kerk van Boezinge

Robert Seys en Aurel Sercu
 

 

 

 

Enkele jaren na de Eerste Wereldoorlog kwamen uit Frankrijk aanvragen om in een of andere frontkerk een gedenkplaat te plaatsen van een gevallen Franse soldaat. De overheid en ook de kerkelijke overheid was niet enthousiast om aan iedere aanvraag te voldoen. In Boezinge was pastoor Jules VANNESTE (pastoor te Boezinge in 1919) een aanspreekpunt. Zelfs in 1948, reeds na de Tweede Wereldoorlog, kwam nog een vraag van graaf de Hautecloque. De drie Franse gesneuvelden die uiteindelijk een gedenkplaat kregen in de kerk van Boezinge vielen eind 1914, tijdens de Eerste Slag van Ieper. Wie waren deze gesneuvelden?

 

Benjamin BARTHEL (°Hönheim, bij Straatsburg, 20 april 1888 +21 november 1914). Hij wordt herdacht in Nancy, want hij is een Elzasser, waar al in de 19de eeuw werd gevochten tussen Duitsland en Frankrijk. (Bij de vredesonderhandelingen werd de Elzas Duits grondgebied en na de oorlog 14-18 opnieuw Frans gebied.) Hij behoorde tot het 69e Régiment d'Infanterie, een eenheid die verbleef in België tussen november 1914 en april 1915. Zo werd deze eenheid betrokken in gevechten op Sint-Juliaan, Sint-Elooi en rond de Kortekeer tussen Langemark en Bikschote. We vermelden plaatsen waar er gevochten werd met de bajonet op het geweer: Bois Ma Campagne, ferme Cheurot, Bois 16, Cabaret Kortekeer, Bois Triangulaire. Bij het bevrijdingsoffensief was de eenheid ook betrokken in gevechten aan de Schelde.

Benjamin Barthel kreeg zijn opleiding in Toul. In november 1914 wordt deze korporaal gewond en overgebracht naar een hulppost tussen Boezinge en Pilkem. Hij overlijdt er aan zijn verwondingen op 21 november 1914. Deze compagnie loste de Engelsen af rond Bikschote.

 

André ROBERT (°Reims 30 sept. 1880 +Langemark 13 dec. 1914). André Emile Louis Robert maakte eveneens deel uit van het 69e Régiment d'Infanterie. Hij vertrok op 9 december 1914 uit bivak in Woesten en nam met zijn regiment deel aan gevechten rond de Kortekeer tussen Langemark en Bikschote, gevechten die duurden tot half december. Hij was 34 toen hij sneuvelde; hij werd begraven op Pilkem. Op 8 april 1921 werd het stoffelijk overschot overgebracht naar de militaire begraafplaats van Saint-Charles de Potyze (Zonnebeekseweg), graf 1421 (foto). Tijdens de oorlog waren Franse hulpposten op Hoeve Palissade, Ferme du Général en Ferme des Peupliers.

Opmerkelijk : Hij was gehuwd met Marie Madeleine Felicie Lafosse (1890-1984) en hun zoon Jacques Gaetan Robert (°20 april 1914 +16 mei 1940) sneuvelde in het begin van WO II in België, bij gevechten rond Genappe.


 

 

Henry de HAUTECLOCQUE was blijkbaar iemand uit een belangrijke Franse adellijke familie, waarvan voorouders geboren waren in Arras en Wail, waar hun kasteel stond. Hij werd geboren in Amiens op 25 mei 1862. De volledige adellijke naam was dan ook Henry Marie François Xavier de Hauteclocque. Hij was de zoon van Gustave François de Hauteclocque en Marie Henriette de Morgan. (Beide ouders waren al overleden toen zoon Henry sneuvelde.) Hij was in 1887 gehuwd met Geneviève de la Croix de Castres (1864-1918). Het gezin kreeg vijf kinderen: François (1888-1956), Marie Adelaïde (1890-1975), Valentine (1891-1945), Jean (1893-1957) en Olivier (1896-1897). Velen uit de familie de Hauteclocque zouden een militaire loopbaan opbouwen in het Franse leger. Een broer van Henry, Wallérand (1864-1914) sneuvelde in 14-18 te Ethe (Prov. Luxemburg) en was luitenant-kolonel. Een familie met hooggeplaatste militairen betaalde een zware tol in beide oorlogen.

Pas  eind 1948, dus al na WO II, wordt door zoon Jean, Graaf de Hauteclocque, die van 1947 tot 1951 Frans ambassadeur was in Brussel (nadien zou hij een topfunctie krijgen in Tunesië), gevraagd aan Pastoor Vanneste om voor zijn vader Henry de Hauteclocque een witmarmeren gedenkplaat aan te brengen in de kerk van Boezinge. Eigenaardig dat zoon Jean de vraag richtte aan de pastoor van Boezinge? Zeker niet, de dienstdoende pastoor van Boezinge werd, vooral in de jaren na de oorlog, door veel Franse ouders aangeschreven die op zoek waren naar het graf van hun zoon.



Jean, Graaf de Hauteclocque

Pastoor Vanneste reageert hoe dan ook positief op die vraag en op woensdag 22 december 1948, d.i. dag op dag juist 34 jaar na het sneuvelen van Henry de Hauteclocque, wordt er in de kerk een plechtigheid gehouden met veel vooraanstaanden uit binnen- en buitenland, overvloedig becommentarieerd in Het Wekelijks Nieuws en Het Ypersch Nieuws.  Heel Boezinge was die dag bevlagd, en ook de schoolkinderen waren present op de plechtigheid. Ambassadeur Jean de Hauteclocque en zijn familie werd eerst ontvangen in de villa van burgemeester Roger de Thibault. Hij legde nadien bij het Monument op het Katspel een bloementuil neer, en “tussen een haag van schoolkinderen begaf de Graaf zich naar de luisterrijk versierde kerk”, waar hij plechtig ontvangen werd door Pastoor Vanneste en andere geestelijken. Op het einde van de rouwdienst werd de gedenkplaat onthuld, de Brabançonne en de Marseillaise werden gespeeld door de plaatselijke muziekmaatschappij. Nadien werden alle genodigden ontvangen op het gemeentehuis.

Henry de Hauteclocque was commandant in het 37e Regiment d' Infanterie (3e bataljon). Hij sneuvelde omstreeks 8 u.'s morgens van 22 december 1914, tijdens gevechten rond het Bois Triangulaire aan de Campagne (aan het noordelijk einde van de Slaaktestraat). Zijn heldhaftig sneuvelen wordt beschreven als (in vertaling): "Zwaar gewond terwijl hij zijn bataljon ten aanval leidde, heeft hij een prachtig voorbeeld gegeven van zelfverloochening door z'n manschappen te verbieden zich in gevaar te brengen om hem te laten aflossen. Heel de dag is hij op het gevechtsterrein gebleven, blootgesteld aan het vijandelijk vuur, terwijl hij kalm en vastberaden zijn bevelen bleef geven, tot hij uiteindelijk gedood werd, na verzekerd te hebben dat zijn compagnieën de veroverde positie blijvend in bezit hielden."  Hieronder een fragment van zijn militaire fiche. Zo te zien bracht de juist spelling van zijn naam wat correcties mee. Zo ook zijn functie (grade). Als plaats van sneuvelen lezen we Bixschote, maar het Bois Triangulaire strekte zich met het noordeind ook uit over Bikschote, en lag in z'n geheel dichter bij Bikschote-dorp dan bij Boezinge.

Op de dag van zijn overlijden sneuvelden nog tientallen Franse soldaten. In het regimentsboek van het 37e Régiment d'Infanterie vinden we op datum van 22 december 1914: “Hevige gevechten om de Duitse loopgraven te heroveren rond het Bois Triangulaire.” Het regiment verbleef in Bikschote van 10 tot 16 november 1914 en op grondgebied Langemark van 17 november tot 28 december, in de loopgraven aan de IJzer van november 1914 tot april 1915.  Op die 22 december 1914 sneuvelen er in het 37e Régiment vier officieren, de Hauteclocque, Druesne, Chanut en Seysewetz, 56 soldaten en zijn er 100 gewonden.

Waarschijnlijk werden de stoffelijke overschotten van Henry de Hauteclocque na de oorlog opgegraven en overgebracht naar Frankrijk. Familie die verbleef op het kasteel van Sainte Suzanne en Bauptois (dép Manche) werd daarbij aangeschreven.

 

In verband met de gevechten die zich eind 1914 afspeelden in het grensgebied tussen het noorden van Boezinge en Bikschote, tijdens de Eerste Slag om Ieper, valt heel dikwijls de naam Bois Triangulaire (Driehoekig Bos). In de buurt van het kruispunt Sasstraat – Poezelstraat en het T-kruispunt Sasstraat – Slaaktestraat waren een aantal bosjes. Nu zijn ze allemaal verdwenen, maar een eeuw (en meer) geleden waren er een aantal. Op deze luchtfoto, van april 1917, hebben we er enkele gemarkeerd die op Franse militaire kaarten van 1914-15 toen aangeduid zijn: Bois 10 (nr. 1 op bovenstaande foto), Bois Charpentier (nr. 2), Bois 16 (nr. 3 – daar bevond en bevindt zich de indrukwekkende Ziegler-bunker, nog te zien van in de Slaaktestraat), Bois du Tilleul (nr. 4), Bois de la Ferme (nr. 5). Het grootste en beruchtste was het Bois Triangulaire, in de vorm van een onregelmatige driehoek (nr. 6).

We oriënteren nog even duidelijker, en duiden de Sasstraat, Poezelstraat en Slaaktestraat aan. In de voorgrond het kanaal, de lage vaart, met het sas. Links gaat het naar Steenstrate (buiten beeld). Buiten de linkerbovenhoek van de luchtfoto ligt Bikschote, en bovenaan ligt de Kortekeer (tussen Bikschote en Langemark).

Eind 1914 speelden zich in en om het Bois Triangulaire gruwelijke taferelen af, in een hallucinant landschap. Een miliaire dokter beschreef het als volgt, toen hij er in een ietwat rustiger periode even was met een brancardier, minder dan drie weken voor de gasaanval:

"Een vreselijk spektakel ligt voor ons. De grond is bezaaid met talrijke lijken van tijdens de gevechten van november [1914], in de houding waarin de dood hen overviel. In een hoek moet een hele sectie ineens weggemaaid geweest zijn. De lijken liggen tegen mekaar, sommige op de buik, andere achterovergeworpen. Hun monden zijn een zwart gat; een van hen grijnslacht het ivoor van de tanden bloot. Uit een ingedrukte schedel hangt een bleke geleiachtige gestolde vloeistof, als grote wassen tranen. Het merendeel zijn Duitsers, maar er liggen ook Fransen, vooral zoeaven. Ze liggen er al meer dan 4 maanden … Even verder ligt de uitrusting van de Duitsers: ransels, patroontassen, geweren, verwrongen bajonetten. Uit de ransels zijn vorken, paternosters en brieven gevallen. Bij het lijk van een  Duitser ligt de foto van een vrouw, een prentkaart met een meisje dat bloemen aanbiedt, met enkele woorden erop, waarschijnlijk wensen voor een jarige. Het leven met z'n vreugden, en de dood met al z'n gruwel liggen er bijeen in dit schrijnend spektakel. In een door obussen verschroeid struikje heeft een merel z'n nest gebouwd. Voorovergebogen sluipen we verder, terwijl om ons heen kogels vliegen. Een klein aarden brugje over een beek [waarschijnlijk de Lutzebeek] duidt de plaats aan waar de troepen voorbijkomen bij de avondlijke aflossing. Wanneer ik het wat aandachtiger bekijk, bemerk ik rechts twee laarzen in het stromende water, en links een hoofd. Ik sta op een lijk, waarover iedere avond, en dat al weken, hele compagniën stappen, op weg naar hun loopgraven!..."

Het einde van de Slaaktestraat. We kijken noordwaarts en zien in de verte rechts de molen van Bikschote en de kerk. Achter de woning (in de Sasstraat) bevond zich het Bois Triangulaire. Nu landelijke stilte en rust, maar 107 jaar geleden de gruwel ...

 

Les Pépères (de oudjes, de papaatjes)

Naast de individuele gedenkplaten is er in de Sint-Michielskerk nog een gedenkplaat, die de militairen van de 87e Franse Divisie herdenkt. Deze plaat brengt hulde aan de ‘pépères’ uit deze divisie. Wie waren de ‘pépères’? Het waren de ‘oudjes’ uit het Franse leger, een leeftijd tussen 34 en 45 jaar! Het waren in Boezinge vooral de ‘pépères’ uit Bretagne die er vochten bij de eerste gasaanval op 22 april 1915. Zij werden onttrokken aan de slagvelden van de Marne en de Somme en werden naar het Westelijk Front gestuurd ter versterking van de Belgen. Het verliep er heel anders. Vele Bretoenen sneuvelden tijdens gevechten in en rond Boezinge en vooral tijdens de gasaanval. Na de oorlog werd er een verbroedering gesticht, ‘Les Pépères de Boesinghe’. Al heel vroeg na de oorlog werd gevraagd deze gesneuvelden te  gedenken. Een vraag werd gericht aan pastoor Vanneste om een gedenkplaat in te wijden in de kerk van Boezinge.  Deze stond toen nog in de steigers en met akkoord van de kerkelijke overheid werd op 9 mei 1922 om 9.30 u. een plechtigheid gehouden en werd de plaat aangebracht in de noodkerk op de plaats in Boezinge. Na de heropbouw van de kerk werd deze plaat achteraan in de nieuwe kerk aangebracht.

De gevechten van "les Pépères" rond Boezinge zijn uitvoerig beschreven in Boesinghe ou les combats de la 87e Division Territoriale sur l’Yser van Docteur Nel. Daarom zijn er  veel Bretoense plaatsnamen vermeld op het Bretoens monument aan Het Verzet (kruispunt Langemarkseweg-Poezelstraat).

Bronnen

 

·      R. Baccarne en J. Steen, Boezinge na 1914-1918, 1975

·      Histoire du 69e Régiment d’Infanterie

·      Charles Le Goffic, Steenstraete, un deuxième chapitre de l'histoire des fusiliers marins, 1914-1915), s.l. 1917. 1917

·      Docteur Nel, Boesinghe ou les combats de la 87e Division Territoriale sur l'Yser, Rennes, 1922, p. 187