Localisation: Devant l’entrée du cimetière de Leernes, rue du Cimetière.

Coordonnées GPS: +50°24'01.9", +4°20'34.3"

Inscriptions

"EN SOUVENIR
DES
72 BRAVES SOLDATS FRANÇAIS
MORTS POUR LE SALUT DE
L'HUMANITÉ
LE 24 AOÛT 1914

PASSANT !
UNE PRIÈRE
S.V.P.
OU UN SOUVENIR"

Informations complémentaires

Panneau d'information - Informatiebord - Information panel

Monument commémoratif de la Croix de Gozée : Après la guerre, et comme partout en Europe, un vaste mouvement commémoratif s'empare des villes belges. Les monuments vont faire "quelque chose" de cette guerre pour que l'on ne soit pas mort pour rien, pour retrouver une identité et un avenir. Des stèles et des monuments s'élèvent, des plaques sont apposées, des obélisques sont érigés. On y trouve l'image du combattant, de la mort ou des morts, symbolisant les divers portraits de cette guerre que s'en sont faits les contemporains. En pratique, ces monuments prennent place au centre des combats ou de la vie sociale : lieu de bataille, du décès, près des églises, sur les places publiques, dans les cimetières, etc.

Des monuments sont également érigés par les familles en mémoire des défunts. Madame CHAMPETIER DE RIBES, ayant perdu deux fils au service de la France, fait construire une croix par un artisan tailleur de pierre. Taillée dans un bloc massif provenant des carrières Stenuick de Fontaine-l'Evêque, elle est, dans un premier temps, placée en 1916 au cimetière franco-allemand de Gozée dit de la "Pépinière" pour indiquer la fosse commune des combattants de Leernes. En 1922, les soldats français sont transférés au cimetière de Belle-Motte d’Aiseau-Presles. Avec accord de Madame CHAMPETIER DE RIBES, le docteur Emile HAUTAIN fait déplacer cette croix de Gozée à l'entrée du cimetière de Leernes.

Herdenkingsmonument Het Kruis van Gozée : Na de oorlog komt in heel wat Belgische steden, net als overal in Europa, een grote herdenkingsbeweging op gang. De monument zullen "iets doen" let deze oorlog, zodat de vele doden niet voor niets stierven, maar ook om weer een identiteit en toekomst te vinden. Er worden gedenkzuilen en monumenten in allerlei vormen opgetrokken, gedenkplaten aangebracht, waarop de moedige strijder, de doden of de dood worden afgebeeld of uitgebeeld. Zo wordt het beeld geschetst van hoe de mensen de oorlog toen zagen en beleefden. deze monumenten zijn niet meer weg te denken uit het sociale leven. Ze krijgen een plaats daar waar de gevechten zelf plaatsvonden, waar de doden vielen, in de buurt van de kerk, op pleinen, begraafplaatsen, enzovoort.

Daarnaast laten ook families monumenten bouwen ter nagedachtenis van hun geliefden overledenen. Mevrouw CHAMPETIER DE RIBES, die twee zonen ten dienste van Frankrijk verloor, laat een kruis vervaardigen door een ambachtelijke steenhouwer. Dit kruis wordt gehouwen uit een massief blok dat afkomstig is van de Stenuick-groeves van Fontaine-l'Evêque en wordt in 1916 eerst op de Frans-Duitse begraafplaats van Gozée geplaatst (die "La Pépinière" of boomkwekerij genoemd wordt), om het massagraf van de strijders van Leernes aan te duiden. In 1922 worden de Franse soldaten overgebracht naar de begraafplaats van Belle-Motte in Aiseau-Presles. Mevrouw CHAMPETIER DE RIBES geeft dokter Emile HAUTAIN toestemming om dit kruis van Gozée te verplaatsen naar de ingang van de begraafplaats van Leernes.

Memorial : Gozée Cross : After the war, a vast commemorative movement took hold of Belgium's towns, as was the case everywhere in Europe. Monuments would "make something" of this war, would help the nation rediscover an identity and a future, so that people had not died for nothing. Memorial steles and monuments were raised, plaques affixed to walls, and obelisks erected. They depicted the soldier, death or the dead, showing the various facets of the war as its contemporaries saw them. In practice, these monuments and memorials were placed on former battlefields or in the middle of community life: places of battle or death, near churches, in public squares, in cemeteries, etc.

Families also raised monuments in memory of the deceased. Mrs CHAMPETIER DE RIBES, who lost two sons for France, had a cross made by a local stonecutter. This cross, which was cut from a solid block from Fontaine-l'Evêque's Stenuick quarries, was initially placed (in 1916) in the Franco-German cemetery of Gozée, know as "La Pépinière" (the nursery), to mark the mass grave of soldiers in Leernes. In 1922 the French soldiers were transferred to Belle-Motte Cemetery in Aiseau-Presles. With Mrs CHAMPETIER DE RIBES's consent, Doctor HAUTAIN had the Gozée Cross moved to the entrance of Leernes's cemetery.

Ce monument ne comporte pas de noms de victimes de guerre