Situering: Arena Van Vletingen, Lange
Violettestraat 271.
GPS-coördinaten: +51°02'44.4", +3°44'05.6"
Beschrijving
In de 19e eeuw startte Gent met een groot urbanistatieplan
voor de stad waarbij ook het Klein Begijnhof in de Lange
Violettestraat onder druk kwam te staan. In 1851 besliste
men alleen de tuin van de pastoor van het begijnhof te
onteigenen voor de oprichting van een rijschool voor de
ruiterijkazerne in het vroegere Pesthuis Sint-Macharius, de
Rijbaan Adjudant Van Vletingen. De rijbaan werd genoemd naar
Henri-August VAN VLETINGEN, geboren in Hasselt, een
onderofficier die op 18 augustus 1914, in het begin van de
Eerste Wereldoorlog in Sint-Margriete-Houtem sneuvelde.
Stadsarchitect Lodewijk ROELANDT kreeg de opdracht dat hij
in neoromaanse stijl uitvoerde.
Het reliëf van de hand van beeldhouwer Pieter De Vigne-Quyo,
boven de toegangspoort, benadrukt de oorspronkelijke functie
van het gebouw: twee steigerende paarden die door een man in
bedwang worden gehouden.
Met het verdwijnen van de ruiterij verloor het gebouw zijn
functie en werd het een stapelplaats voor goederen. De
bescherming in 1994[1] en de vraag van een vereniging voor
een nieuwe locatie zorgde voor restauratie en herinrichting
van het interieur, zijn huidige bestemming en zijn nieuwe
naam (Bron [25]).
Voormalige Rijschool voor de ruiterij van de Krijgsbezetting.
Opgetrokken in 1851-1853 naar ontwerp van architect L.
Roelandt op een rechthoekig terrein in de zuidwesthoek van
het zogenaamde Klein Begijnhof, namelijk op de daartoe rond
1850 onteigende tuin van de pastorie. Bouwwerk in
neoromaanse stijl uit baksteen met verwerking van
Ecaussinessteen voor plint, pilasters, deur- en
vensteromlijstingen, lijsten en gevelornamenten. Voorgevel
aan de zuidkant uitziend op het driehoekige pleintje gevormd
door de zij-uitsprong in de Lange Violettestraat: brede
tuitgevel met drie traveeën en één bouwlaag, op een hoge
plint met geprofileerde afschuining; brede hoekpilasters en
een geveltop afgelijnd door een hardstenen kroonlijst;
topstuk met opschrift SPQG. Gesloten eerste horizontale
geleding verlicht door twee kleine omlijste rondboogvensters,
tweede geleding door rondboogvormige tweelichten in
geprofileerde omlijsting met middenin een kleine oculus.
Markerende centrale rondboogpoort met brede geprofileerde
booglijst op imposten, onder meer geschraagd door
driekwartzuilen; voorts ingeschreven in een rechthoekige
omlijsting die in de zwikken versierd is met in medaillons
ingeschreven gesculpteerde paardenkoppen. Geschilderde
ijzeren deurvleugels met geajoureerde motieven en
imitatiemaaswerk; rondboogvormig bovenlicht met half
verheven voorstelling van een man die twee steigerende
paarden ment voor een met ruitmotieven opgevulde achtergrond,
gesigneerd en deels onleesbaar gedateerd op een banderol
onderaan P. De Vigne-Quyo 1853(?) of 1855. Boven de poort
bevindt zich een heden gecementeerd paneel en een
geschilderd opschrift "Rijbaan Adjudant Van Vletingen".
Geveltop midden geopend met een ronde, van maaswerk
voorziene oculus ingeschreven in een octogonale ster. Voorts
versierd met twee gesculpteerde schilden met drie wapens.
Linkerzijgevel: lijstgevel van tien traveeën met zelfde
plint, begrenzing en aflijning als voor de voorgevel.
Verticaal geritmeerde dunne pilasters die een onversierde
fries dragen boven een overhoekse tandlijst. Hoog geplaatste
rondboogvormige drielichten met geometrisch maaswerk en in
natuurstenen omlijsting met golvende druiplijst aanzettend
op consoles. Identieke hoektravee met rondboogdeur onder de
omlopende geprofileerde plintlijst; rond bovenlicht in een
achtpuntige stervormige omlijsting.
Rechthoekige binnenruimte afgedekt met een zadeldak
geschraagd door gietijzeren dakgebinte met spanten die
aanzetten op de begane grond en geajoureerde versieringen
tussen de schoren (Bron [100]).
Meer info over deze gesneuvelde
|